Vinderhoute landboek 1629-1688

In 1629 krijgt Jan Vande Velde, gheswooren landtmeter” van burgemeester en schepenen van Vinderhoute de opdracht het grondgebied Vinderhoute met de landen, bossen, meersen, boomgaarden, waterlopen, straten, huizen enz. grondig te beschrijven.

Vande Velde verdeelt Vinderhoute in zes wijken of belopen en binnen elk beloop krijgt ieder perceel een vast nummer dat later zal dienen voor de opmaak van de Popp kaart en het kadaster. Van elk perceel, binnen een beloop, wordt de grootte, de belastbare oppervlakte en het bodemgebruik vastgelegd. Ook wordt de eigenaar, de eigenaar-gebruiker of de pachter genoteerd. In 1688 wordt dit landboek aangepast met dien verstande dat de grootte en de prijs van elk perceel behouden blijft en de verandering enkel bestaat in de beschrijving van de “nieuwe canten en abouten” en de tegenwoordige eigenaars en gebruikers. Dit alles komt tot stand met de nodige mondelinge overleving van de “auderlijnghen” die op elk beloop wonen. Alle veranderingen worden in maart en april nauwkeurig genoteerd onder het toeziend oog van baljuw Jacques de Broux, burgemeester Lieven Dobbelare en schepenen Lieven Bundervoet en Joos de Grave.
Na 1688 wordt, bij verkoop of erfenis van een perceel, boven de beschrijving van het perceel de nieuwe eigenaar en in de kantlijn de nieuw gebruiker (pachter) vermeld. Vanaf 1730 worden de grondlasten bijgehouden in het “Gaerinckbouck” of prijsboek, dat steunt op het nummer van het beloop met het bijhorend perceel nummer. Met kerstdag 1742 noteert de griffier de nieuwe grondgebruiker (eigenaar of pachter). In 1797 wordt, enkel bij de percelen van het zesde beloop, de toenmalige gebruiker vermeld. De publicatie sluit af met een doorlopende index op familienamen, toponiemen, gemeenten, bodemgebruik en trefwoorden.

Auteur(s): 
Luc Neyt
Jaar van uitgave: 
2020
Prijs: 
13,00 euro
Afdeling: 
Locatie in publicatie: 
Vinderhoute
Periode in publicatie: 
1629-1688
Gegevensdrager: 
Boek
Aantal pagina's: 
155