Contact | Word lid | Vlaamse Stam | Bezoeken | Pers
Standpunt van Familiekunde Vlaanderen over het wetsontwerp over de toekenning van de familienaam in België en over de beperkte raadpleging van genealogische bronnen
Familiekunde Vlaanderen werd door de Kamercommissie gevraagd om begin januari 2014 een advies uit te brengen omtrent dit nieuwe wetsontwerp. In dit advies hebben we gepleit voor de vrije keuze van de familienaam van de vader OF de moeder. Op die wijze respecteren we het gelijkheidsbeginsel. De meeste familiekundigen zoeken al hun voorouders op, zowel langs vaders- en moederszijde. Het merendeel van hen vindt het dan ook zeer jammer dat ze de moederlijke afstamming niet altijd even ver kunnen terugvinden in de bronnen, omdat de naamgeving tot nog toe in vaderlijke lijn verliep. Familiekunde Vlaanderen pleit voor één familienaam per individu, hetzij deze van de vader, hetzij van de moeder.
Omtrent de invoering van de dubbele familienaam hebben we twijfels, omdat dit breekt met een traditie (zonder daarover een waardeoordeel te vellen), omdat het familiale, praktische en administratieve moeilijkheden met zich kan meebrengen en omdat er onvoldoende maatschappelijk draagvlak voor bestaat. Desalniettemin hebben we in ons advies aan de Kamercommissie duidelijk gesteld dat wanneer er toch gekozen wordt voor de invoering van de dubbele familienaam, deze er wél kan voor zorgen dat zeldzame of met uitsterven bedreigde familienamen kunnen blijven voortbestaan. Dit is iets wat in Nederland reeds langer gebruikelijk is. Wanneer men toch opteert om de dubbele familienaam prioriteit te geven, zou de keuze voor tien combinatiemogelijkheden vanaf de volgende generaties drastisch beperkt (liefst afgeschaft) kunnen worden. Familiekunde Vlaanderen vindt het wel positief dat de ouders vrij kunnen kiezen tussen één enkele of een dubbele familienaam.
Deze nieuwe familienaamwetgeving maakt genealogisch onderzoek in de toekomst inderdaad moeilijker, maar niet onmogelijk. Nu reeds is een familienaam niet meer het enige identificatiemiddel. Daarvoor dient bijvoorbeeld het rijksregisternummer. Vermoedelijk komt daar ook nog het individueel DNA-profiel bij, zodat we voor genealogisch onderzoek in een niet zo verre toekomst niet meer afhankelijk zijn van de familienaam van een individu. Toch knipt een volledig vrije familienaamkeuze onherroepelijk de historische band door van een individu met een bepaalde familie.
Een ander pijnpunt voor vele familiekundigen en heemkundigen, zijn de beperkingen van de privacywetgeving, waarbij de aktes van de burgerlijke stand gedurende 100 jaar (en de bevolkingsregisters zelfs voor 120 jaar!) niet consulteerbaar zijn voor genealogisch of heemkundig onderzoek. Deze verregaande beperking van de raadpleegbaarheid van deze genealogische bronnen zet een belangrijk en vaak genegeerd mensenrecht onder toenemende druk, namelijk het "recht op afstamming", dit wil zeggen het recht om je afstamming te kennen. We dringen er bijgevolg sterk op aan dat de overheid zeer terughoudend zou optreden bij het vastleggen van zeer lange termijnbeperkingen voor het raadplegen van openbare documenten. Hierbij wordt immers radicaal ingegaan tegen een steeds meer voortschrijdende toegankelijkheid en openbaarheid van genealogische bronnen in andere Europese landen. Dat leidt ertoe dat genealogisch onderzoek in België sterk bemoeilijkt wordt ten opzichte van onze buurlanden. Op dat vlak zou een uniforme Europese regelgeving misschien soelaas kunnen bieden.