Nieuw tijdschriftnummer van Vlaamse Stam in de brievenbus

Het nieuwe mei-juni nummer van Vlaamse Stam bevat opnieuw een mooie combinatie van artikels en nieuwsberichten in verband met familiegeschiedenis. We kijken in dit nummer herhaaldelijk buiten Vlaanderen, omdat familiekundig onderzoek nu eenmaal geen grenzen kent.

Maarten Larmuseau opent met de inmiddels achtste aflevering van zijn column omtrent recent DNA- en historisch migratieonderzoek. Hierin focust hij op de valkuilen in de interpretatie van Vlaamse genetisch-genealogische data.

Vervolgens passeren de Belgische boeven in Haarlem tijdens de 17de en 18de eeuw de revue in een bijdrage van Jos Kaldenbach. André Stevens beschrijft dan weer het verhaal van de emigranten uit Groot Nevele naar Argentinië aan het einde van de 19de eeuw.

De zestiende en zeventiende eeuw zijn ook vertegenwoordigd in dit tijdschriftnummer: zo brengen Omer Steeno, Maurits Biesbrouck en Theodoor Goddeeris vier studentenvrienden van Andreas Vesalius (1514-1564) voor het voetlicht en wordt de genealogie van de Brugse genealoog Jacobus Antonius Kerchof (1625-1685) en zijn familie op deskundige wijze uit de doeken gedaan door Pieter Donche.

Jan Vanderhaeghe schetst de hachelijke belevenissen van vijfentwintig Belgische emigranten die in 1913 met Finland naar Amerika wilden varen maar die af te rekenen kregen met onvoorziene omstandigheden. Dat seriële monogamie van alle tijden is, bewijst tenslotte Filip Bastiaen, met een bijdrage over een vrouw – Pieternelle Bruyneel – die in de 18de eeuw niet minder dan vijf keer (!) in het huwelijk trad. Boeiende lectuur verzekerd dus !